Algemeen

Technisch Personeel

Puppytraining

Reglementen

Programma’s

BOP Programma 2022
Opgelet: Dit programma gaat in vanaf 1 januari 2022

A. Algemeen

Het basisopleidingsprogramma bestaat uit 2 onderdelen: het examen en de wedstrijd.

In het basisopleidingsprogramma worden 3 brevetten uitgereikt:

  1. BOP graad 1 (minimumleeftijd 10 maanden)
  2. BOP graad 2 (minimumleeftijd 12 maanden)
  3. BOP graad 3 (minimumleeftijd 14 maanden)

Een examen wordt afgenomen in groepen van maximum 5 teams. Ze doen een geschiktheidstest en verplichte oefeningen, waarvan de moeilijkheidsgraad van graad 1 over graad 2 naar graad 3 stijgt. Elk team moet slagen in de geschiktheidstest en mag slechts in één oefening falen. De wedstrijden worden betwist in groepen van 2 teams. Volgorde wedstrijd wordt door lottrekking bepaald door de WL (wedstrijdleider) en beoordelaars. Examen worden altijd eerst afgenomen.

Deelnemer die zijn werkboek niet bij heeft, kan niet deelnemen. Uitzondering: bij aanvraag van werkboek, mits voorleggen van betalingsbewijs of bewijs van aanvraag.

Van de deelnemers wordt verwacht dat ze bij de prijsuitreiking aanwezig zijn en nemen zelf hun werkboek in ontvangst. Bij afwezigheid op de prijsuitreiking verliest de deelnemer het behaalde resultaat van zijn examen en/of punten van de wedstrijd (wordt besproken door WL en beoordelaars) en kan het werkboek ook niet meer afgehaald worden door derden. De afwezige deelnemer kan achteraf zijn werkboek afhalen bij het wedsrijdsecretariaat van de inrichtende kringgroep.

Men kan niet aantreden in een examen en wedstrijd van dezelfde graad op dezelfde dag.

Geleiders die een examen afleggen, treden in hun eventueel nog te spelen wedstrijddiscipline als laatste aan.

Loopse teven treden aan op het einde van de wedstrijddag.

De basisopstelling gebeurt steeds volgens de deelnemerslijst van links naar rechts door de WL, dus nr. 1 links enz…

Zowel de bevelen aan de hond, als de momenten van beloning mogen enkel uitgevoerd worden op bevel van WL.

Tijdens de oefeningen wordt de hond NIET aangeraakt! Leidt tot “niet geslaagd” in examen en in wedstrijd tot “0 punten” op de oefening (uitzondering: voorstellen van de hond in de geschiktheidstest).

Bij gebruik van de leiband wordt deze altijd gedragen op het einde ervan en in de linkerhand. De linkerarm mag worden stilgehouden maar niet boven en/of over de hond gaan. De geleider beweegt zich in een ontspannen natuurlijke houding.

De geschiktheidstest dient te gebeuren in alle examens en alle wedstrijden, met de hond aangelijnd. De geschiktheidstest wordt voorafgegaan door voorstelling van geleider en hond. Voorstelling: naam geleider; naam hond; graad BOP gevolgd door wedstrijd of examen, BV BOP 1 examen.

In wedstrijd 2 zijn sta en kapel de willekeurige oefeningen, waaruit de beoordelaars één oefening loten vóór de wedstrijd. In wedstrijd 3 zijn de sta, kapel apport over de grond en vooruit de willekeurige oefeningen waaruit de beoordelaars 2 oefeningen loten vóór de wedstrijd.

In BOP 3 Examen en Wedstrijd is er de mogelijkheid om de hond , die nog geen 7 jaar is, de sprong te laten uitvoeren op 60cm. Belangrijk hierbij is:

  • Bij examen: Als men deze mogelijkheid gebruikt zal men in alle volgende BOP 3 wedstrijden, waarvoor men aantreedt, de heen- en terugsprong op 60cm uitvoeren met de vastgestelde puntenaftrek van 2 punten tot de eerste wedstrijddag waarop de hond 7 jaar is of wordt en valt de vastgestelde puntenaftrek weg.
  • Bij wedstrijd: Als men deze mogelijkheid gebruikt is er een vastgestelde puntenaftrek van 2 punten.

Agressief gedrag van hond en/of geleider doorheen de ganse wedstrijd leidt tot uitsluiting. Beslissing hieromtrent wordt genomen door WL en beoordelaars. Verlaat de hond tijdens examen of wedstrijd zelfstandig het terrein (geen controle van geleider) leidt dit tot uitsluiting.

Het examen en wedstrijd wordt gelopen met slipketting in vaste stand!!!

Eten als beloning wordt niet toegestaan!

Beloningen worden niet gegooid!

Bevelen bestaan uit één woord!

Correcte houding geleider bij houdingen en sprongen: armen naast lichaam; benen geen spreidstand.

B. Geschiktheidstest

De honden dienen voor het begin van een examen of wedstrijd een geschiktheidstest te ondergaan. Na in basisopstelling te zijn geplaatst door WL is het verloop van deze test als volgt:

  • Voorstelling van geleider en hond (naam geleider, naam hond, discipline waar men voor aantreedt).
  • De hond wordt in “zit” geplaatst en dient zijn tanden te tonen. De tatoeage wordt getoond. Bij een chip wordt deze gecontroleerd.
  • De hond wordt in “sta” geplaatst en wordt gemeten. De grootte heeft geen belang, de oefening dient enkel om de hond vertrouwd te maken met het meten.
  • Nog steeds in stand wordt de hond aangeraakt of gestreeld. Bij reuen is er ook een controle van de testikels (enkel in BOP 1 examen).

Beoordeling:

Agressie leidt tot uitsluiting. De hierdoor uitgesloten geleider en hond kan in examen en wedstrijd vervangen worden.

De hond dient elk onderdeel van de test op een rustige manier te doorstaan, zonder tekenen van agressie en/of angst volgens de gewenste eigenschappen karaktereigenschappen, opgenomen in de raskenmerken, van de Duitse Herder.

Duurt de test langer dan 2 minuten, leidt dit tot puntenverlies.

Puntentoekenning bij wedstrijd:

  • Graad 1: 30 punten
  • Graad 2: 20 punten
  • Graad 3: 10 punten

C. Examens

Oefeningen Basisopleiding Examen 1

Aangelijnd volgen

In basisstelling stellen de geleiders zich op met hun aangelijnde hond aan de voet. Op bevel van WL gaan ze in voorwaartse richting, waarna ze op bevel van WL 2 ”linkse” en 2 “rechtse hoeken maken. In het laatste rechte stuk lost de WL een schot. Daarna volgt op bevel van WL een keerwending en haltoefening, waarbij de hond aan de voet komt zitten.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond zijn geleider te volgen zonder af te wijken, voor te lopen, achter te blijven. Bij de schotproef moet de hond hiervoor onverschillig blijven.

Zitoefening

Aan de overzijde van het terrein stellen de geleiders zich op in basisstelling met hun hond aan de voet. Op bevel van WL vertrekken zij in voorwaartse richting en op zijn teken wordt het bevel “zit” gegeven. De geleiders gaan door en houden halt op bevel van WL na ongeveer 10 meter. Ze draaien zich onmiddellijk om naar hun rustig zittende hond. De geleiders keren op teken van WL terug naar hun hond en plaatsen zich correct naast hun hond.

Beoordeling:

Om te slagen mag de hond geen andere houding aannemen en/of zijn plaats niet verlaten. Zit de hond niet voor de geleider zich omdraait, wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Af oefening

De geleiders stellen zich op in de basisstelling van oefening 1. Op bevel van WL gaan ze in voorwaartse richting en op teken van WL wordt het bevel “af” gegeven. De geleiders gaan door en houden halt op bevel van WL na ongeveer 10 meter. Ze draaien zich onmiddellijk om naar hun rustig liggende hond. Op teken van WL keren ze terug en plaatsen ze zich correct naast hun hond. De honden mogen slechts op bevel van WL aan de voet gevraagd worden.

Beoordeling:

Om te slagen mag de hond geen andere houding aannemen en/of zijn plaats niet verlaten. Ligt de hond niet voor de geleider zich omdraait, dan wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Heensprong

De geleiders begeven zich op teken van WL één voor één met hun aangelijnde hond naar de springschans van 30cm. Hier dient de hond bij het bevel “hoog” spontaan over de schans te springen. De geleider moet meewandelen langsheen de schans.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond de sprong spontaan uit te voeren. Indien de hond weigert de sprong uit te voeren of wordt door de geleider over de schans geholpen (mee overstappen), wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Afleggen in groep

De geleiders stellen zich op in basisstelling van oefening 1 met de hond aan de voet. De honden worden afgelegd op teken van WL.  Op teken van WL begeven de geleiders zich voorwaarts en houden halt ter hoogte van WL en draaien zich onmiddellijk om naar hun rustig liggende hond. De honden blijven 1 minuut liggen. De geleiders begeven zich terug naar hun honden op teken van WL en plaatsen zich ernaast. Op aangeven van WL worden de honden aan de voet gevraagd.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond gedurende 1 minuut rustig te blijven liggen. Indien de hond voortijdig zijn plaats verlaat wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Oefeningen Basisopleidingen Examen 2

Aangelijnd volgen

Heen

De geleiders nemen hun basisstelling in met hun hond aangelijnd aan de voet. Op bevel van WL vertrekken ze in voorwaartse richting. Er worden 2 “rechtse” en 2 “linkse” hoeken gemaakt op bevel van WL, die in het laatste stuk een schot lost. Op bevel van WL wordt een keerwending en haltoefening gemaakt, waarbij de hond aan de voet wordt gevraagd.

Terug

Vanuit de haltoefening van de heen oefening vertrekken de geleiders met hun hond in de voorwaartse richting in normale pas. Telkens op teken van WL wordt er van tempo veranderd en wel in volgorde looppas, trage pas en terug normale- pas en op bevel van WL wordt een keerwending en haltoefening gemaakt, waarbij de hond aan de voet wordt gevraagd.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond zijn geleider te volgen zonder uit wijken, voor te lopen of achter te blijven. Bij de schotproef moet de hond hiervoor onverschillig blijven.

Let op:

  • Op teken van WL mag er tussen heen- en terugoefening beloond worden.
  • Bij tempowissels mag een bevel gegeven worden.

Zit oefening

Vanuit basisstelling vertrekken de geleiders met hun hond op bevel van WL in voorwaartse richting. Op aangeven van WL geven de geleiders het bevel “zit” en gaan door. De WL laat hen halt houden op ongeveer 10 meter, waarna geleiders zich onmiddellijk omdraaien naar hun rustig zittende hond. Hierna maakt de WL een enkele slalom tussen de rustig zittende honden. De geleiders keren op teken van WL naar hun hond terug en plaatsen zich correct naast hun hond.

Beoordeling:

Om te slagen mag de hond geen andere houding aannemen en/of zijn plaats niet verlaten. Zit de hond niet voor geleider zich omdraait, wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Let op:

Alle honden blijven zitten tot laatste geleider terug naast zijn hond staat en de WL “einde oefening” geeft.

Af oefening

Op een door de WL bepaalde plaats stellen de geleiders zich op met hun aangelijnde hond aan de voet (ieder aan een kant van het terrein, aangezicht naar elkaar). Op vraag van de geleider kan de hond worden afgelijnd na toestemming van WL. Op bevel van WL vertrekken de geleiders met hun hond in voorwaartse richting en geven op teken van WL het bevel “af” en gaan door. De geleiders gaan door tot ongeveer 20 passen en houden dan halt op teken van WL. Hierna draaien ze zich onmiddellijk om naar hun rustig liggende hond. Tussen de rustig liggende honden maakt de WL een enkele slalom. OP teken van WL roepen ze SAMEN hun hond op. In een vlot tempo komt de hond recht naar zijn geleider en gaat recht voor deze zitten. De hond wordt aan de voet geroepen op aangeven van WL.

Beoordeling:

Om te slagen mag de hond geen andere houding aannemen en/of zijn plaats niet verlaten. Ligt de hond niet voor geleider zich omdraait wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Let op:

Men mag deze oefening zonder lijn uitvoeren, mits dit aan te geven aan WL. Het los volgen zal als dusdanig beoordeeld worden.

Sta oefening

De geleiders met aangelijnde hond aan de voet op de basisstelling, vertrekken op bevel van WL in voorwaartse richting. Het bevel “sta” wordt gegeven op teken van WL, waarna geleiders verdergaan en halt houden op teken van WL na ongeveer 10 meter. Ze draaien zich onmiddellijk om naar hun rustig staande hond. Dan geeft de WL bevel aan geleiders om terug te keren naar hun honden, deze worden dan aan de voet geroepen op teken van WL.

Beoordeling:

Om te slagen mag de hond geen andere houding aannemen en/of zijn plaats niet verlaten. Staat de hond niet voor geleider zich omdraait, dan wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Heen- en terugsprong

Deze oefening wordt los uitgevoerd. Men mag bij deze oefening een voorwerp gebruiken. De geleider plaatst zich met zijn hond aan de voet voor de springschans van 60cm. Op teken van WL mag de geleider de oefening beginnen. Met voorwerp: de hond komt na de terugsprong correct voor zijn geleider zitten met het voorwerp, waarna dit los wordt gevraagd. Op teken van WL wordt de hond aan de voet gevraagd. Zonder voorwerp: na de terugsprong gaat de hond voor zijn geleider zitten, waarna deze op teken van WL zijn hond aan de voet roept.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond beide sprongen met vreugde uit te voeren. Bij gebruik van voorwerp dient de hond dit terug te brengen. Bij weigering van één der sprongen of bij het niet terugbrengen van het voorwerp wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Let op:

  • Als geleider geen voorwerp gebruikt, mag hij/zij 2 bevelen gebruiken, één voor de heensprong en één voor de terugsprong.
  • Met het voorwerp mag hij/zij ook 2 bevelen gebruiken, één voor de heensprong en één om het voorwerp terug te brengen.
  • Wanneer het voorwerp slecht wordt gegooid, mag de geleider aan de WL vragen om het gooien opnieuw te doen (max 2x). Bij het ophalen van het voorwerp dient de hond rustig te blijven zitten.

Kapel

Deze oefening wordt los uitgevoerd. Men mag bij deze oefening een voorwerp gebruiken. De geleider plaatst zich met zijn hond voor de kapel (hoogte 1,40m). Op teken van WL mag de geleider de oefening beginnen. Met voorwerp: de hond komt na de terugsprong correct voor zijn geleider zitten, waarna dit los wordt gevraagd. Op teken van WL wordt de hond aan de voet geroepen. Zonder voorwerp: de hond komt na de terugsprong correct voor zijn geleider zitten, waarna deze op teken van WL zijn hond aan de voet toept.

Beoordeling:

Om te slagen dienen beide sprongen met vreugde uitgevoerd worden. Bij weigering van één der sprongen of bij het niet terugbrengen van het voorwerp, wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Let op:

  • Als geleider geen voorwerp gebruikt, mag hij/zij 2 bevelen gebruiken, één voor de heensprong en één voor de terugsprong.
  • Met voorwerp mag geleider ook 2 bevelen gebruiken, één voor de terugsprong en één om het voorwerp te laten terugbrengen.
  • Wanneer het voorwerp slecht wordt gegooid, mag de geleider aan WL vragen om het gooien opnieuw te doen (2x). Bij het ophalen van het voorwerp dient de hond rustig te blijven zitten

Afleggen in groep

De geleiders stellen zich op in basisstelling van oefening 1 met hun hond aan de voet. De honden worden afgelegd op teken van WL. Op teken van WL begeven de geleiders zich voorwaarts en houden halt ter hoogte van WL en draaien zich om naar hun rustig liggende hond. De WL gaat in een enkele slalom door de liggende honden. Na +/- 1 minuut gaan de geleiders, op bevel van WL, rond hun hond (hond ligt aan de linkse kant van de geleider) en gaan er zonder halt te houden terug van weg ter hoogte van WL. Er mag geen bevel gegeven worden om te blijven liggen, de hond mag niet recht komen of de geleider volgen. De geleiders begeven zich terug naar hun hond op teken van WL en plaatsen zich ernaast. OP teken van WL worden de honden aan de voet gevraagd.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond rustig te blijven liggen. Indien de hond voortijdig zijn plaats verlaat wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Oefeningen basisopleiding Examen 3

Los volgen

Heen

De geleiders nemen hun basispositie in met hun hond los aan de voet. Op bevel van de WL vertrekken ze in voorwaartse richting. Er worden 2 “rechtse” en 2 ”linkse” hoeken gemaakt op bevel van WL, die in het laatste rechte stuk een schot lost. Op bevel van WL wordt er een keerwending en een haltoefening gemaakt, waarbij de hond aan de voet wordt gevraagd.

Terug

Vanuit de haltoefening van de heen oefening vertrekken de geleiders met hun hond in voorwaartse richting in normale pas. Telkens op teken van WL wordt er van tempo veranderd en wel in de volgorde looppas, trage pas en terug normale pas en op bevel van WL wordt er een keerwending en halt oefening gemaakt, waarbij de hond aan de voet gevraagd wordt.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond tijdens de ganse oefening zijn geleider te volgen zonder te veel voorlopen, achterblijven of uitwijken.

Let op:

  • Op teken van WL mag er tussen heen en terug oefening beloond worden.
  • Bij tempowissels mag een bevel gegeven worden.

Zit oefening

Vanuit basisstelling vertrekken de geleiders met hun hond op bevel van WL in voorwaartse richting. Op aangeven van WL geven de geleiders het bevel ”zit” en gaan door. WL laat hen halthouden op ongeveer 10 meter, waarna geleiders zich onmiddellijk omdraaien naar hun rustig zittende hond. Tussen de rustig zittende honden maakt de WL een enkele slalom. De geleiders keren op teken van WL, samen, terug naar hun hond en plaatsen zich correct naast hun hond.

Beoordeling:

Om te slagen mag de hond geen andere houding aannemen en/of zijn plaats niet verlaten. Zit de hond niet voor geleider zich omdraait, wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Af oefening

Vanuit basispositie vertrekken de geleiders met hun hond op bevel van WL in voorwaartse richting. Op aangeven van WL geven de geleiders het bevel “af” en gaan door. De geleiders gaan door tot ongeveer 20 passen en houden halt op teken van WL. Hierna draaien ze zich onmiddellijk om naar hun rustig liggende hond. Tussen de rustig liggende honden maakt de WL een enkele slalom. Op teken van WL roepen ze SAMEN hun hond op. In een vlot tempo komt de hond recht naar zijn geleider en gaat recht voor deze zitten. De hond wordt aan de voet geroepen op aangeven van de WL.

Beoordeling:

Om te slagen mag de hond geen andere houding aannemen en/of zijn plaats niet verlaten. Ligt de hond niet voor geleider zich omdraait dan wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

Heen- en terugsprong

Bij deze oefening mag een voorwerp gebruikt worden. De geleider plaatst zich met zijn hond aan de voet voor de springschans van 100cm. Op teken van de WL mag de geleider aan de oefening beginnen. Met voorwerp: de hond komt na de terugsprong correct voor zijn geleider zitten met het voorwerp, waarna dit los wordt gevraagd. Op teken van WL wordt de hond aan de voet gevraagd. Zonder voorwerp: na de terugsprong gaat de hond correct voor zijn geleider zitten waarna deze, op teken van WL, zijn hond aan de voet roept.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond beide sprongen met vreugde uit te voeren. Bij gebruik van een voorwerp dient de hond dit terug te brengen. Bij weigering van één der sprongen of bij het niet terugbrengen van het voorwerp wordt deze oefening als ”niet geslaagd” beoordeeld.

Let op:

  • Als geleider geen voorwerp gebruikt mag hij 2 bevelen gebruiken. Eén voor heensprong en één voor terugsprong.
  • Met voorwerp mag geleider ook 2 bevelen gebruiken, één om te springen en één om het voorwerp te laten terugbrengen.
  • Wanneer het voorwerp slecht wordt gegooid, mag de geleider aan WL vragen om het gooien opnieuw te doen (2x). Bij het ophalen van het voorwerp dient de hond rustig te blijven zitten.
  • Honden die ouder zijn dan 7 jaar mogen over 60cm springen indien de geleider hierom verzoekt bij de WL (controle werkboek).
  • Ook honden die jonger zijn dan 7 jaar mogen over 60cm springen. Men mag dan echter in de BOP 3 wedstrijden, waarvoor men aantreedt, de hond enkel over 60cm laten springen met een puntenaftrek van 2 punten.

Apport over de grond

De geleider plaatst zich in basispositie, aangeduid door WL, met zijn hond aan de voet.  De hond brengt het voorwerp vlot en gaat correct voor zijn geleider zitten. De hond moet dit voorwerp op bevel lossen en wordt dan op teken van WL aan de voet gevraagd.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond het voorwerp vlot te brengen.

Vooruit

De geleider begeeft zich naar de basispositie, aangeduid door WL, en plaatst zijn hond aan de voet. Op bevel van WL vertrekt de geleider met zijn hond in voorwaartse richting. Na ongeveer 10 passen stuurt de geleider zijn hond minstens 20 meter vooruit. Op teken van WL roept de geleider zijn hond “af”. Op aangeven van WL gaat de geleider naar zijn hond toe. Eenmaal naast de hond wordt deze op teken van WL aan de voet gevraagd.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond vlot vooruit te lopen en te blijven liggen tot aan het bevel om aan de voet te komen.

Afleggen in groep

Op een door de WL bepaalde plaats (geschranst op +/- 10 meter van elkaar en met het aangezicht naar elkaar), stellen de geleiders zich op met hun hond los aan de voet. De honden worden afgelegd op teken van WL. De geleiders gaan voorwaarts tot ter hoogte van de hond van de andere deelnemer en draaien zich met het aangezicht naar hun hond. De WL gaat in een enkele slalom door de liggende honden. Na +/- 1 minuut halen de geleiders, op bevel van WL, hun hond op (hond ligt aan de linkse kant van de geleider) en doen, op bevel van WL, een volgoefening waarbij de honden elkaar kruisen. Op bevel van WL maken ze een keerwending en zetten hun hond aan de voet.

Beoordeling:

Om te slagen dient de hond gedurende de hele oefening te blijven liggen. Indien de hond voortijdig zijn plaats verlaat wordt deze oefening als “niet geslaagd” beoordeeld.

NA HET EINDE VAN DEZE OEFENING WORDEN DE HONDEN ONMIDDELLIJK AANGELIJND!

D.Wedstrijden

Oefeningen Basisopleiding Wedstrijd 1

Aangelijnd volgen                    15 punten

In basisstelling stellen de geleiders zich op met hun aangelijnde hond aan de voet. Op bevel van WL gaan ze in voorwaartse richting, waarna ze op bevel van WL 2 ”linkse” en 2 “rechtse hoeken maken. In het laatste rechte stuk lost de WL een schot. Daarna volgt op bevel van WL een keerwending en haltoefening, waarbij de hond aan de voet komt zitten.

Beoordeling:

Voorlopen, achterblijven, zijwaarts uitwijken, geen correcte voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen, reactie op het schot, te weinig aandacht van de hond leiden tot puntenaftrek.

Zitoefening                                10 punten

Aan de overzijde van het terrein stellen de geleiders zich op in basisstelling met hun hond aan de voet. Op bevel van WL vertrekken zij in voorwaartse richting en op zijn teken wordt het bevel “zit” gegeven. De geleiders gaan door en houden halt op bevel van WL na ongeveer 20 passen. Ze draaien zich onmiddellijk om naar hun rustig zittende hond. De geleiders keren op teken van WL terug naar hun hond en plaatsen zich correct naast hun hond.

Beoordeling:

Fouten in het volgen, gaan zitten vóór bevel, langzaam gaan zitten, verkeerde houding bij bevel, houdingsverandering, plaats verlaten, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Af oefening                                10 punten

De geleiders stellen zich op in de basisstelling van oefening 1. Op bevel van WL gaan ze in voorwaartse richting en op teken van WL wordt het bevel “af” gegeven. De geleiders gaan door en houden halt op bevel van WL na ongeveer 10 meter. Ze draaien zich onmiddellijk om naar hun rustig liggende hond. Op teken van WL keren ze terug en plaatsen ze zich correct naast hun hond. De honden mogen slechts op bevel van WL aan de voet gevraagd worden.

Beoordeling:

Fouten in het volgen, gaan liggen vóór bevel, langzaam gaan liggen, verkeerde houding bij bevel, houdingsverandering, plaats verlaten, vroegtijdig aan voet, mondelinge lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Heensprong                              15 punten

De geleiders begeven zich op teken van WL één voor één met hun aangelijnde hond naar de springschans van 30cm. Hier dient de hond bij het bevel “hoog” spontaan over de schans te springen. De geleider moet meewandelen langsheen de schans.

Beoordeling:

Voortijdig vertrek, weigering of aarzeling van hond bij sprong, aanraken van springschans door geleider en/of hond, mondelinge en lichamelijke bijbevelen (mee overstappen inbegrepen) leiden tot puntenaftrek.

Afleggen in groep                    15 punten

De geleiders stellen zich op in basisstelling van oefening 1 met de hond aan de voet. De honden worden afgelegd op teken van WL.  Op teken van WL begeven de geleiders zich voorwaarts en houden halt ter hoogte van WL en draaien zich onmiddellijk om naar hun rustig liggende hond. De honden blijven 1 minuut liggen. De geleiders begeven zich terug naar hun honden op teken van WL en plaatsen zich ernaast. Op aangeven van WL worden de honden aan de voet gevraagd.

Beoordeling:

Gaan liggen vóór bevel, onrustig liggen van de hond, houdingsverandering plaats verlaten, mondelinge en lichamelijke bijbevelen, vroegtijdig aan de voet komen leiden tot puntenaftrek.

Algemene houding                             5 punten

Oefeningen Basisopleiding Wedstrijd 2

Aangelijnd volgen                               15 punten

Heen                                                       8 punten

De geleiders nemen hun basisstelling in met hun hond aangelijnd aan de voet. Op bevel van WL vertrekken ze in voorwaartse richting. Er worden 2 “rechtse” en 2 “linkse” hoeken gemaakt op bevel van WL, die in het laatste stuk een schot lost. Op bevel van WL wordt een keerwending en haltoefening gemaakt, waarbij de hond aan de voet wordt gevraagd.

Terug                                                      7 punten

Vanuit de haltoefening van de heen oefening vertrekken de geleiders met hun hond in de voorwaartse richting in normale pas. Telkens op teken van WL wordt er van tempo veranderd en wel in volgorde looppas, trage pas en terug normale pas en op bevel van WL wordt een keerwending en haltoefening gemaakt, waarbij de hond aan de voet wordt gevraagd.

Beoordeling:

Voorlopen, achterblijven, zijwaarts uitwijken, geen correcte voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen, reactie op het schot, te weinig aandacht van de hond leiden tot puntenaftrek.

Zit oefening                                           10 punten

Vanuit basisstelling vertrekken de geleiders met hun hond op bevel van WL in voorwaartse richting. Op aangeven van WL geven de geleiders het bevel “zit” en gaan door. De WL laat hen halt houden op ongeveer 20 passen, waarna geleiders zich onmiddellijk omdraaien naar hun rustig zittende hond. Hierna maakt de WL een enkele slalom tussen de rustig zittende honden. De geleiders keren op teken van WL naar hun hond en plaatsen zich correct naast hun hond.

 

Beoordeling:

Fouten in het volgen, gaan zitten vóór bevel, langzaam gaan zitten, verkeerde houding bij bevel, houdingsverandering, plaats verlaten, onrust bij slalom, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Af oefening                                           10 punten

Op een door de WL bepaalde plaats stellen de geleiders zich op met hun aangelijnde hond aan de voet (ieder aan een kant van het terrein, aangezicht naar elkaar). Op vraag van de geleider kan de hond worden afgelijnd na toestemming van WL. Op bevel van WL vertrekken de geleiders met hun hond in voorwaartse richting en geven op teken van WL het bevel “af” en gaan door. De geleiders gaan door tot ongeveer 20 passen en houden dan halt op teken van WL. Hierna draaien ze zich onmiddellijk om naar hun rustig liggende hond. Tussen de rustig liggende honden maakt de WL een enkele slalom. Op teken van WL roepen ze SAMEN hun hond op. In een vlot tempo komt de hond recht naar zijn geleider en gaat recht voor deze zitten. De hond wordt aan de voet geroepen op aangeven van WL.

Beoordeling:

Fouten in het volgen, gaan liggen vóór bevel, langzaam gaan liggen, verkeerde houding bij bevel, houdingsverandering, plaats verlaten, onrust bij slalom, oproepbasis verlaten door geleider, geen correcte houding van geleider bij oproepen van hond (spreidstand, handen voor lichaam enz.), te traag komen bij oproep, geen zit-voor en/of voet, geen correcte zit-voor en/of voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Let op:

  • Men mag deze oefening zonder lijn uitvoeren, mits dit aan te geven bij WL. Het los volgen zal ook als dusdanig beoordeeld worden.

Heen- en terugsprong                        15 punten (eventueel met eigen voorwerp)

Deze oefening wordt los uitgevoerd. Men mag bij deze oefening een voorwerp gebruiken. De geleider plaatst zich met zijn hond aan de voet voor de springschans van 60cm. Op teken van WL mag de geleider de oefening beginnen. Met voorwerp: de hond komt na de terugsprong correct voor zijn geleider zitten met het voorwerp, waarna dit los wordt gevraagd. Op teken van WL wordt de hond aan de voet geroepen. Zonder voorwerp: na de terugsprong gaat de hond voor zijn geleider zitten, waarna deze op teken van WL zijn hond aan de voet roept.

Beoordeling: Vroegtijdig vertrek, hond weigert de sprong,  hond raakt de springschans aan, hond mist heen- en/of terugsprong, laten vallen van eventueel voorwerp, eventueel voorwerp niet mee terug brengen, geen correcte houding van geleider (spreidstand, handen voor lichaam enz.), basispositie verlaten van geleider, geen zit-voor en/of voet, geen correcte zit-voor en/of voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Let op:

  • Als geleider geen voorwerp gebruikt mag hij 2 bevelen gebruiken, één voor de heensprong en één voor terugsprong.
  • Met voorwerp mag geleider ook 2 bevelen gebruiken, één om te springen en één om het voorwerp te laten terugbrengen.
  • Wanneer het voorwerp slecht wordt gegooid, mag de geleider aan WL vragen om het gooien opnieuw te doen (2x). Bij het ophalen van het voorwerp dient de hond rustig te blijven zitten.

Sta oefening                                          10 punten (willekeurige oefening)

De geleiders met aangelijnde hond aan de voet op de basisstelling, vertrekken op bevel van WL in voorwaartse richting. Het bevel “sta” wordt gegeven op teken van WL, waarna geleiders verder gaan en halt houden op teken van WL na ongeveer 10 meter. Ze draaien zich onmiddellijk om naar hun rustig staande hond. Dan geeft de WL bevel aan geleiders on terug te keren naar hun honden, deze worden dan aan de voet geroepen op teken van WL.

Beoordeling:

Fouten in het volgen, staan vóór bevel, niet direct stilstaan, verkeerde houding bij bevel, houdingsverandering, plaats verlaten, voet vóór bevel, geen correcte voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Kapel                                                      10 punten (willekeurige oefening)

Deze oefening dient los uitgevoerd te worden. Men mag bij deze oefening een voorwerp gebruiken. De geleider plaatst zich met zijn hond voor de kapel (hoogte 1,40m). Op teken van WL mag de geleider de oefening beginnen. Met voorwerp: de hond komt na de terugsprong correct voor zijn geleider zitten, waarna dit los wordt gevraagd. Op teken van WL wordt de hond aan de voet geroepen. Zonder voorwerp: de hond komt na de terugsprong correct voor zijn geleider zitten, waarna deze op teken van WL zijn hond aan de voet roept.

Beoordeling:

Vroegtijdig vertrek, hond weigert de sprong, hond mist heen- en/of terugsprong, laten vallen van eventueel voorwerp, eventueel voorwerp niet mee terug brengen, geen correcte houding van geleider (spreidstand, handen voor lichaam enz.), basis verlaten door geleider, geen zit-voor en/of voet, geen correcte zit-voor en/of voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Let op:

  • Als geleider geen voorwerp gebruikt mag hij/zij 2 bevelen gebruiken, één voor heensprong en één voor de terugsprong.
  • Met voorwerp mag geleider ook 2 bevelen gebruiken, één voor de terugsprong en één om het voorwerp te laten terugbrengen.
  • Wanneer het voorwerp slecht wordt gegooid, mag de geleider vragen om het gooien opnieuw te doen (2x). Bij het ophalen van het voorwerp dient de hond rustig te blijven zitten.

Afleggen in groep                                15 punten

De geleiders stellen zich op in basisstelling van oefening 1 met hun hond aan de voet. De honden worden afgelegd op teken van WL. Op teken van WL begeven de geleiders zich voorwaarts en houden halt ter hoogte van WL en draaien zich om naar hun rustig liggende hond. De WL gaat in een enkele slalom door de liggende honden. Na +/- 1 minuut gaan de geleiders, op bevel van WL, rond hun hond (hond ligt aan de linkse kant van de geleider) en gaan er zonder halt te houden terug van weg ter hoogte van WL. Er mag geen bevel gegeven worden om te blijven liggen, de hond mag niet recht komen of de geleider volgen. De geleiders begeven zich terug naar hun hond op teken van WL en plaatsen zich ernaast. Op teken van WL worden de honden aan de voet gevraagd.

Beoordeling.

Gaan liggen vóór bevel, onrustig liggen van de hond, houdingsverandering, plaats verlaten, reactie op slalom van WL, mondelinge en lichamelijke bijbevelen, vroegtijdig aan de voet komen leiden tot puntenaftrek.

Algemene houding                             5 punten

Oefeningen Basisopleiding Wedstrijd 3

Los volgen                                             15 punten

Heen                                                       8 punten

De geleiders nemen hun basispositie in met hun hond los aan de voet. Op bevel van de WL vertrekken ze in voorwaartse richting. Er worden 2 “rechtse” en 2”linkse” hoeken gemaakt op bevel van WL, die in het laatste rechte stuk een schot lost. OP bevel van WL wordt er een keerwending en een haltoefening gemaakt, waarbij de hond aan de voet wordt gevraagd.

Terug                                                      7 punten

Vanuit de haltoefening van de heen oefening vertrekken de geleiders met hun hond in voorwaartse richting in normale pas. Telkens op teken van WL wordt er van tempo veranderd en wel in de volgorde looppas, trage pas en terug normale pas en op bevel van WL wordt er een keerwending en halt oefening gemaakt, waarbij de hond aan de voet gevraagd wordt.

 

Beoordeling:

Voorlopen, achterblijven, zijwaarts uitwijken, geen correcte voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen, reactie op schot, te weinig aandacht van de hond leiden tot puntenaftrek.

Let op:

  • Op teken van WL mag er tussen heen en terug oefening beloond worden.
  • Bij tempowissels mag een bevel gegeven worden.

Zit oefening                                           10 punten

Vanuit basisstelling vertrekken de geleiders met hun hond op bevel van WL in voorwaartse richting. Op aangeven van WL geven de geleiders het bevel ”zit” en gaan door. WL laat hen halthouden op ongeveer 20 passen, waarna geleiders zich onmiddellijk omdraaien naar hun rustig zittende hond. Tussen de rustig zittende honden maakt de WL een enkele slalom. De geleiders keren op teken van WL, samen, terug naar hun hond en plaatsen zich correct naast hun hond.

Beoordeling:

Fouten in het volgen, gaan zitten vóór bevel, langzaam gaan zitten, verkeerde houding bij bevel, houdingsverandering, plaats verlaten, onrust bij slalom, mondelinge en lichamelijke      bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

 

Af oefening                                           10 punten

Vanuit basispositie vertrekken de geleiders met hun hond op bevel van WL in voorwaartse richting. Op aangeven van WL geven de geleiders het bevel “af” en gaan door. De geleiders gaan door tot ongeveer 20 passen en houden halt op teken van WL. Hierna draaien ze zich onmiddellijk om naar hun rustig liggende hond. Tussen de rustig liggende honden maakt de WL een enkele slalom. Op teken van WL roepen ze SAMEN hond op. In een vlot tempo komt de hond recht naar zijn geleider en gaat recht voor deze zitten. De hond wordt aan de voet geroepen op aangeven van de WL.

Beoordeling:

Fouten in het volgen, gaan liggen vóór bevel, langzaam gaan liggen, verkeerde houding bij bevel, houdingsverandering, plaats verlaten, onrust bij slalom, oproepbasis verlaten door geleider, geen correcte houding van geleider bij oproepen van hond (spreidstand, handen voor lichaam enz.), te traag komen bij oproep, geen zit-voor en/of voet, geen correcte zit-voor en/of voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

 

 

Heen- en terugsprong                        15 punten

Bij deze oefening mag een voorwerp gebruikt worden. De geleider plaatst zich met zijn hond aan de voet voor de springschans van 100cm. Op teken van de WL mag de geleider aan de oefening beginnen. Met voorwerp: de hond komt na de terugsprong correct voor zijn geleider zitten met het voorwerp, waarna dit los wordt gevraagd. Op teken van WL wordt de hond aan de voet gevraagd. Zonder voorwerp: na de terugsprong gaat de hond correct voor zijn geleider zitten waarna deze, op teken van WL, zijn hond aan de voet roept.

Beoordeling:

Vroegtijdig vertrek, hond weigert de sprong, hond raakt de sprong aan, hond mist heen- en/of terugsprong, laten vallen van eventueel voorwerp, eventueel voorwerp niet mee terug brengen, geen correcte houding van geleider (spreidstand, handen voor lichaam enz.), basispositie verlaten van geleider, geen zit-voor en/of voet, geen correcte zit-voor en/of voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Let op:

  • Als geleider geen voorwerp gebruikt mag hij 2 bevelen gebruiken. Eén voor heensprong en één voor terugsprong.
  • Met voorwerp mag geleider ook 2 bevelen gebruiken, één om te springen en één om het voorwerp te laten terugbrengen.
  • Wanneer het voorwerp slecht wordt gegooid, mag de geleider aan WL vragen om het gooien opnieuw te doen (2x). Bij het ophalen van het voorwerp dient de hond rustig te blijven zitten.
  • Honden die ouder zijn dan 7 jaar mogen over 60cm springen indien de geleider hierom verzoekt bij de WL (controle werkboek).
  • Voor honden die nog geen 7 jaar zijn bestaat de mogelijkheid om de hoogte van de sprong te verlagen naar 60cm mits een vastgestelde puntenaftrek van 2 punten.

Sta oefening                                          10 punten (willekeurige oefening)

De geleiders met aangelijnde hond aan de voet op de basisstelling, vertrekken op bevel van WL in voorwaartse richting. Het bevel “sta” wordt gegeven op teken van WL, waarna geleiders verder gaan en halt houden op teken van WL na ongeveer 20 passen. Ze draaien zich onmiddellijk om naar hun rustig staande hond. Dan geeft de WL bevel aan geleiders on terug te keren naar hun honden, deze worden dan aan de voet geroepen op teken van WL.

Beoordeling:

Fouten in het volgen, staan vóór bevel, niet direct stilstaan, verkeerde houding bij bevel, houdingsverandering, plaats verlaten, voet vóór bevel, geen correcte voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

 

Kapel                                                       10 punten (willekeurige oefening)

Men mag bij deze oefening een voorwerp gebruiken. De geleider plaatst zich met zijn hond voor de kapel (hoogte 1,60m). Op teken van WL mag de geleider de oefening beginnen. Met voorwerp: de hond komt na de terugsprong correct voor zijn geleider zitten, waarna dit los wordt gevraagd. Op teken van WL wordt de hond aan de voet geroepen. Zonder voorwerp: de hond komt na de terugsprong correct voor zijn geleider zitten, waarna deze op teken van WL zijn hond aan de voet roept.

Beoordeling:

Vroegtijdig vertrek, hond weigert de sprong, hond mist heen- en/of terugsprong, laten vallen van eventueel voorwerp, eventueel voorwerp niet mee terug brengen, geen correcte houding van geleider (spreidstand, handen voor lichaam enz.), basis verlaten door geleider, geen zit-voor en/of voet, geen correcte zit-voor en/of voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Let op:

  • Als geleider geen voorwerp gebruikt mag hij 2 bevelen gebruiken. Eén voor heensprong en één voor terugsprong.
  • Met voorwerp mag geleider ook 2 bevelen gebruiken, één voor de terugsprong en één om het voorwerp te laten terugbrengen.
  • Wanneer het voorwerp slecht wordt gegooid, mag de geleider aan WL vragen om het gooien opnieuw te doen (2x). Bij het ophalen van het voorwerp dient de hond rustig te blijven zitten.
  • Voor honden die nog geen 7 jaar zijn, bestaat er de mogelijkheid om de hoogte van de kapel te verlagen tot 1,40m mits een vastgestelde puntenaftrek van 2 punten.

Apport over de grond                        10 punten (willekeurige oefening)

De geleider plaatst zich in basispositie, aangeduid door WL, met zijn hond aan de voet. Op teken van WL mag de geleider aan de oefening beginnen. De hond brengt het   voorwerp vlot en gaat correct voor zijn geleider zitten. De hond moet dit voorwerp op bevel lossen en wordt dan op teken van WL aan de voet gevraagd.

Beoordeling:

Voortijdig vertrek, voorwerp laten vallen, brengt voorwerp niet, geen correcte houding van geleider (spreidstand, handen voor lichaam enz.), verlaten van basispositie door geleider, geen zit-voor en/of voet, geen correcte zit-voor en/of voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Vooruit                                                   10 punten (willekeurige oefening)

De geleider begeeft zich naar de basispositie, aangeduid door WL, en plaatst zijn hond aan de voet. Op bevel van WL vertrekt de geleider met zijn hond in voorwaartse richting. Na ongeveer 10 passen stuurt de geleider zijn hond op bevel van WL minstens 20 meter vooruit. Op teken van WL roept de geleider zijn hond “af”. Op aangeven van WL gaat de geleider naar zijn hond toe. Eenmaal naast de hond wordt deze op teken van WL aan de voet gevraagd.

Beoordeling:

Fouten in volgen, vroegtijdig vertrek, meelopen door geleider, niet recht vooruit, vroegtijdig liggen (minder dan 20 meter), vroegtijdig bevel, traag liggen, niet blijven liggen tijdens ophalen, vroegtijdig aan voet, geen correcte voet, mondelinge en lichamelijke bijbevelen leiden tot puntenaftrek.

Afleggen in groep                                15 punten

Op een door de WL bepaalde plaats (geschranst op +/- 10 meter van elkaar en met het aangezicht naar elkaar), stellen de geleiders zich op met hun hond los aan de voet. De honden worden afgelegd op teken van WL. De geleiders gaan voorwaarts tot ter hoogte van de hond van de andere deelnemer en draaien zich met het aangezicht naar hun hond. De WL gaat in een enkele slalom door de liggende honden. Na +/- 1 minuut halen de geleiders, op bevel van WL, hun hond op (hond ligt aan de linkse kant van de geleider) en doen, op bevel van WL, een volgoefening waarbij de honden elkaar kruisen. Op bevel van WL maken ze een keerwending en zetten hun hond aan de voet.

Beoordeling:

Gaan liggen vóór bevel, onrustig liggen van de hond, hond is onrustig bij slalom, reageert op andere hond bij het kruisen, houdingsverandering, plaats verlaten, mondelinge en lichamelijke bijbevelen, vroegtijdig aan de voet komen leiden tot puntenaftrek.

Algemene houding                              5 punten

NA HET EINDE VANDEZE OEFENING WORDEN DE HONDEN ONMIDDELLIJK AANGELIJND!

BOP programma's in beeld

Omdat beelden meer zeggen dan woorden kan u de 3 BOP programma’s bekijken op ons YouTube kanaal

©2009 - 2021: VVDH.BE | Privacy | Realisatie: KMOwebdiensten.be